De huidige gezondheidscrisis en de voorbije Lockdowns hebben ook een impact gehad op de huurmarkt, waardoor bepaalde trends zijn versneld. Voor potentiële huurders werden bepaalde criteria die voorheen als belangrijk werden beschouwd, ineens essentieel.
Hieronder zet Paulien Cockheyt de belangrijkste feiten op een rijtje:
1. Locatie
Nog steeds is dit het belangrijkste criterium voor een vastgoedinvestering.
Vandaag, nog meer dan voor de gezondheidscrisis, is locatie het belangrijkste punt voor een goede investering. Stedelijke centra blijven een must vanwege de nabijheid van tal van voorzieningen: winkels, scholen, vervoer, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, enz. “We moeten ons focussen op faciliteiten die nuttig zijn voor de huurder. Stadscentra zijn daarom een veilige investering. De crisis heeft de reeds vastgestelde eisen alleen maar versterkt: het hypercentrum en zijn voorzieningen, evenwel met behoud van een goede levenskwaliteit blijven het populairst bij huurders”, benadrukt Paulien.
Een element die zeer belangrijk is geworden sinds de gezondheidscrisis is de aanwezigheid van groen in de directe omgeving van het pand.
Langs de andere zijde, is de nabijheid van de werkplek, sinds telewerken, minder essentieel dan 8 maanden geleden. “Buurten in de stad met buurtwinkels en openbaar vervoer zijn nog steeds erg populair, maar we zien dat met de evolutie van telewerken vandaag, maar ongetwijfeld ook in de komende jaren, vastgoed aan de rand van grote steden aantrekkelijker wordt, ” verduidelijkt Paulien.
2. Grootte
Paulien beschouwt locatie en grootte als twee eigenschappen die hand in hand gaan. De vraag naar studio’s zal sterker zijn in de grote steden, waar de huurmarkt niet alleen uit Belgen bestaat, maar ook uit expats. Hetzelfde geldt voor gemeubileerde verhuur, die meer in trek zal zijn in grote steden door huurders die gemiddeld een jaar blijven.
Sinds de lockdowns is ook de behoefte ontstaan aan een grotere leefruimte.
Het viel ons op dat, met name panden met buitenruimtes (tuin of terras) ook populairder werden, voegt Paulien er nog aan toe.
3. De prijs
Uiteraard blijft de aankoopprijs van een vastgoed essentieel in relatie tot het rendement dat de belegger eruit kan halen. Door te duur te kopen in verhouding tot de huur, daalt het rendement. Nieuwbouw is in het algemeen duurder in aanschaf dan bestaand vastgoed, vooral vanwege de zwaardere belasting die erop van toepassing is. “De btw van 21% op nieuwbouw vreet aan het rendement voor de belegger”, legt Paulien uit.
Bestaand vastgoed is traditioneel goedkoper in aanschaf, maar men moet echter rekening houden met de kosten van eventuele opfrissings- of renovatiewerken.
4. Energiepresentatie
De laatste jaren is de belangstelling voor de energieprestatie van een pand sterk gegroeid. Vaak worden hiervan alle gegevens opgesomd in een ‘PEB’-certificaat.
Hoe energiezuiniger een pand is, hoe lager de stookkosten, maar ook de kosten van mede-eigendom, wat handig is voor zowel huurders als eigenaren.
“Hoe lager de kosten, hoe aantrekkelijker het pand voor de huurder. Hij zal daarom zelfs bereid zijn een iets hogere huur te betalen als hij weet dat hij minder verbruik zal hebben”, legt Paulien uit.
5. Het ideale pand
Als we alle vorige elementen samenbrengen, krijgen we in theorie het ideale pand.
Kies dus in de praktijk voor een pand dat beantwoordt aan de huidige vraag en noden van een maximum aantal potentiële huurders. Een ideaal pand vindt gemakkelijker een huurder, waardoor ook huurleegstand en dus een lager rendement kan worden vermeden.
Dus, wat is het ideale pand in tijden van coronavirus? Paulien vat dit voor ons samen: het betreft een kleine unit (studio, een of twee slaapkamers) met een aangename leefruimte (niet te klein), met een buitenruimte (terras en/of tuin), dicht bij bepaalde voorzieningen (winkels, scholen, enz.) en groene ruimten, met weinig huurkosten en verbruik.